Enkele reis Wyton – Dudzele
Juli 1940
Tekst: P.De Vuyst
Inleiding
In de buurt van Dudzele kan je heel wat gemeenten terugvinden met gedenkstenen voor
gevallen vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog. We denken hierbij aan Sint-Jozef,
Koolkerke, Damme enz. Deze vliegtuigen zijn Engelse of Amerikaanse toestellen met telkens
een groot verlies aan mensenlevens onder de bemanningsleden. Bijna steeds gaat het over
zware bommenwerpers waarbij de periode 1944 de meeste aandacht vraagt. In Dudzele zijn
er twee vliegtuigen neergekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog; een Amerikaans
jachtvliegtuig in december 1944 aan de “Muis” en een Engelse lichte bommenwerper /
verkenner in het Zeekanaal in 1940 aan de Herdersbrug. Het vrij onbekende verhaal van de
Engelse bommenwerper, een Blenheim, wordt hier voor het eerst verteld.
Een speciale missie
De Tweede Wereldoorlog was in 1940 nog zeer jong. De Slag om het Kanaal zat er aan te
komen en de spanning steeg tussen Duitsland en Engeland. Beide landen waren sinds
september 1939 op oorlogsvoet. België was reeds sinds mei 1940 bezet door de Duitsers.
Teneinde de Duitse activiteiten op het continent te volgen stuurden de Engelsen aanvang juli
1940 een verkenningsvlucht uit boven bezet België.
Op 7 juli 1940, een zondag, stegen drie Blenheims op. Het was toen nog een aangename dag.
De Blenheims Mark IV zouden via Oostende naar Gent vliegen en via een tweede opdracht
terug naar huis. Door een gebrek aan een beschermend wolkendek brak het eerste toestel
reeds vrij vroeg de opdracht af. Het derde toestel zou de vlucht succesvol afwerken. Het
tweede toestel zou echter neerstorten…
Dit noodlottige tweede toestel had als serienummer R3896, en behoorde, net als de andere
twee, toe aan het 15de Squadron. Alle drie waren ze opgestegen van het vliegveld Alconbury
in de buurt van Wyton Airfield (Cambridgeshire). De bemanning van de R3896 diende een
fotografische verkenningsopdracht uit te voeren tussen Terneuzen en Gent, daarna volgde het
afwerpen van bommen. Een vlucht van 604 kilometer, heen en terug, in rechte lijn. Het was
een zomerse dag. Op de romp droeg het toestel de lettercode “LS” en “X”. Met een snelheid
van iets boven de 400 km/u, en rekening houdend met de opdracht, zou de klus meerdere uren
in beslag nemen. De vlucht over Vlaanderen zou echter slecht aflopen voor drie jonge
mensen.
Vlaanderen
Langs de kustlijn van Oostende bevonden zich Duitse uitkijkposten om de komst van
vijandige Engelse toestellen onmiddellijk door te seinen naar de eigen vliegbasissen zodat de
vijand kon aangevallen of verjaagd worden. Zo werd de komst van de Engelse Blenheims,
met hun driekoppige bemanning, vlug opgemerkt door de Duitsers en aldus doorgeseind naar
het vliegveld te Waalhaven bij Rotterdam. Vrij snel stegen twee gevechtsvliegtuigen op.
Beide Duitse piloten, waaronder Feldwebel Georg Kiening, bestuurden het meest bekende
Duitse jachtvliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog namelijk de Messerschmitt Bf109E. Beide
jagers zouden het tweede Engelse toestel, de R3896, onderscheppen op haar tocht huiswaarts.
De Blenheim zwenkte tussen Gent en Knokke, even voorbij Dudzele dorp, en vloog richting
Oostende om dan terug te keren naar Brugge. Ter hoogte van de Zwaanhofstraat, boven het
kanaal, scheerde het toestel terug. Het schouwspel werd ondertussen gevolgd door Dudzeelse
dorpelingen.
Jagers
Het veel tragere Britse tweemotorige toestel had al heel wat luchtafweergeschut doorstaan
maar had geen schijn van kans tegen de moderne, wendbare en zwaarbewapende Duitse
jagers. De Engelse “fly-boys” werden in de buurt van Brugge door de Duitsers aangevallen.
De Blenheim scheerde laag over Sint-Jozef en keerde richting Dudzele. En dan plots een
parachute. Door de geringe vlieghoogte had het bemanningslid geen schijn van kans en de
man knalde door een achterkeukentje te pletter te Sint-Jozef. Boven Dudzele ging de
klopjacht verder met het ratelen van kogelhulzen op de daken van Dudzeelse huizen tot
gevolg. Keer op keer werd het toestel doorzeefd met mitrailleurkogels. Een motor van het
Britse toestel liet al vlug een sliert zwarte rook achter zich. Er werd steeds meer hoogte
verloren. Maar wellicht hoopten de Engelsen door zo laag mogelijk te vliegen dat ze de beste
kansen kregen.
De noodlanding
Met de moed der wanhoop vatte de piloot vervolgens een soort gecontroleerde noodlanding
aan. Het vliegtuig scheerde vervolgens, snel en laag, rakelings over het water. Te laat
probeerde een tweede bemanningslid het vliegtuig te verlaten. Het toestel stortte uiteindelijk
iets voor de Herdersbrug neer in het Zeekanaal (heden Boudewijnkanaal) omstreeks 17.55u
op 7 juli 1940. De drie bemanningsleden; Piloot H.C. Bamber, Observer Sergeant J.
Holdsworth en boordschutter Sergeant G. Reid hadden geen kans gehad. De Duitse jagers
waren de Britse vlieger blijven achtervolgen. Alle drie de Engelsen hadden de dood
gevonden. Het gebroken toestel lag onder water.
De Duitsers waren vrij snel ter plaatse en joegen de kijklustigen met ondermeer mijn vader,
Raymond De Vuyst, weg van de oever van het kanaal. Mijn vader had nog net kunnen zien
hoe een sterk gezwollen arm werd opgevist door de Duitse soldaten die spoedig een soort
loopbrugje tot bij het vliegtuig hadden aangelegd. De restanten van het toestel zaten zo goed
als volledig onder water. De drie overleden bemanningsleden werden weggebracht naar
Brugge. Zij zijn heden terug te vinden op het stedelijk kerkhof van Brugge-Steenbrugge.
Een Duitse getuigenis van luitenant Blink
“Op 7.7.1940 tegen 18.00 u werd er mij door de torenwacht gemeld dat er in de richting van
Gent Flak afweervuur te zien was. Met een sterke verrekijker kon ik waarnemen dat er een
vliegtuig beschoten werd dat in richting Gent-Knokke vloog.
Toen ook Knokke het vuur opende boog het vliegtuig af en vloog het richting Oostende.
Hierdoor verliet het voor een deel de bescherming van het wolkendek en was het goed te zien.
Ondertussen waren er ook twee jagers verschenen die de achtervolging opnamen.
Ogenschijnlijk had de vijandelijke vlieger hiervan nog niets bemerkt want plotseling draaide
het naar links, richting Brugge.
De hier gestationeerde Flak opende onmiddellijk het vuur, zonder dat de machine zich liet
beïnvloeden. Ze zette zich in glijvlucht om een aanval uit te voeren op het hier aanwezige
gasbedrijf. Ze wierp twee springbommen en twee brandbommen af. De eerste vielen in de
tuin van het gasbedrijf. Door bommensplinters werd een gasmeter met 1200 kubieke meter
gas getroffen. Hierdoor stroomde gas in de vorm van een steekvlam naar buiten. Vier
brandbommen vielen in een nabijgelegen plaats waarbij een paard werd gedood. Verdere
schade werd er niet aangericht.
Gedurende de aanval schoot de vijandelijke machine met machinegeweervuur.
Na het afwerpen van de bommen draaide het vliegtuig en vloog het in de richting van het
Zeekanaal (heden Boudewijnkanaal) richting kust. Ondertussen waren de beide jagers ter
plaatse en zetten ze zich terstond achter de bommenwerper. Korte tijd later verschenen zwarte
rookwolken achter de machine en stortte het neer. De neerstortplaats bevind zich in de
omgeving van het dorp Dudzele.
De bommenwerper viel in de onmiddellijke omgeving van twee met kruit (poeder) geladen
schepen.
De machine en de lijkflarden toonden aan dat de machine volledig vernield werd. Op
maandag zijn er 2 lijken geborgen. Een identiteitskaart van een Engels bemanningslid werd
door schippers gevonden en aan de “ Dienststelle” (Dienst) afgegeven.
De pas werd met een bericht aan de Feldkommandatur doorgegeven.
Dudzeelse getuigenissen
In de familie werden vaak verhalen verteld. En het is via deze oude familieverhalen dat mijn
nieuwsgierigheid werd gewekt. Maar de zoektocht naar antwoorden kon nooit slagen zonder
de hulp van vier rechtstreekse getuigen van het ganse gebeuren, namelijk mijn vader
Raymond De Vuyst (88 jaar), Maria Verkruysse (93 jaar), Jozef Brusselle (90 jaar) en Valère
Obreno (87 jaar).
Raymond De Vuyst, vertelt ons het volgende zoveel jaren later:
“In de zomer 1940 werkte ik reeds in Sluis voor de Flandria. Dat was toen elke dag met de
fiets op en af. We werkten toen volgens wat wij noemden het Engelse regime wat wou
zeggen tot en met de zaterdagmiddag. Hierdoor weet ik zeker dat de dag dat de
bommenwerper neerstortte een zondag was. Die dag was er mooi weer. Aangetrokken door
het ronken van de zwaar hijgende motoren liepen wij door de Herdersbruggestraat naar het
kanaal, over de Herdersbrug, en vandaar naar de plaats waar het toestel was neergekomen.
Dat was ongeveer een tweehonderd meter van de Herdersbrug richting Brugge.”
Maria Verkruysse, zegt ons het volgende:
“Het was in de late namiddag achter de koffie. Het Engelse en Duitse toestel waren in een
hevig luchtgevecht gewikkeld en kwamen beiden laag aangevlogen. De toestellen scheerden
over Dudzele. Het Engelse toestel rookte. Volgens mij probeerde de piloot te verhinderen
dat z’n neerstortende toestel in het dorp dood en vernieling zou zaaien en dirigeerde z’n
vliegtuig naar het water van de vaart. Wij liepen nieuwsgierig via de Watergang en de Ter
Bollestraat naar de landslag ter hoogte van de boerderij van Lutters (toen Scheppers) richting
kanaal.
Opgesteld door P.De Vuyst – brochure 33 – NSB Dudzele juni 2013 – versie 4
Het toestel was bij het neerkomen uiteengespat in duizend brokstukken. Geen enkel van de
bemanningsleden had de crash overleefd. Naast het wrak dreef een open parachute in het
water. Vele Dudzelenaars trokken naar de vaart om te zien wat de oorlog gebracht had maar
de Duitsers, die zeer snel ter plaatse waren, stuurden ons terug”.
Raymond De Vuyst, vader van de schrijver van deze tekst, vertelt verder:
“Ik was reeds eerder ter plaatse dan vele anderen en kon zien hoe een losse gezwollen arm uit
het wrak gehaald werd door de Duitsers vanop een soort geïmproviseerd bruggetje. De arm
stond driedubbel dikte. De mannen waren dood.”
Jozef Brusselle, stond als het ware op de eerste rij:
“Ik zag hoe twee Duitse jagers het Engelse toestel achtervolgden. Het Engelse toestel vloog
zeer laag over Dudzele om dan te keren en terug te vliegen tot boven Sint-Jozef. Volgens dat
er verteld werd om z’n bommen af te gooien boven de zee maar dat weet ik natuurlijk niet
zeker. Het Engelse vliegtuig keerde vervolgens nog eens en vloog opnieuw terug richting
Dudzele. Ik heb heel duidelijk twee parachutes gezien. De eerste zou dwars door een dak te
pletter gestort zijn in een achterkeukentje in Sint-Jozef. Moeder zal ook verschoten hebben.
De tweede parachute was iets later. Maar het vliegtuig vloog te laag en de parachutes hebben
hun werk niet kunnen doen.
Toen ik kwam aangelopen om ter plaatse te zien wat er gebeurd was, werd ik onmiddellijk en
barstig weggestuurd door de Duitsers.
Valère Obreno, was aan het vissen:
“Ik zat te vissen langs het grachtje in de omgeving van Paul Mus en zag de Blenheim
neerstorten in het kanaal juist tussen twee boten die aldaar aangemeerd lagen ter hoogte van
dit riviertje.”
Maria heeft lang een brokstukje van het vliegtuig bijgehouden als souvenir van dit voor
Dudzele zeer ingrijpend gebeuren. Zij zag hoe een ander bemanningslid in een zak werd
afgevoerd omdat de arme man helemaal verhakkeld was.
Zowel Maria als Raymond beschreven mij zoveel jaren later, afzonderlijk van elkaar,
dezelfde omstandigheden. Het voorval heeft een diepe indruk nagelaten. Beiden toonden
respect voor de keuze van de piloot om het toestel in het kanaal te laten neerkomen en om op
die manier het dorp te sparen van verder onheil.
Raymond stond in de Zwaanhofstraat toen hij het toestel naar beneden zag komen maar had
niet door dat het toestel was kunnen doorvliegen tot boven Brugge om dan terug te keren en
dan pas neer te storten.
De Engelse “fly-boys”
De drie Engelse bemanningsleden waren bitter jong maar hun daad, om het dorp te ontwijken,
maakte van hen Dudzeelse “Engelen”:
Hugh Christopher Morris Bamber, Pilot Officer: 19 jaar (zoon van Theodore Mark en Ada
Margaret Bamber uit Dulwich bij London).
George Reid, boordschutter, sergeant, vrijwilliger: 28 jaar (zoon van William and Helena
Murdoch Reid uit Baillieston bij Lanarkshire).
John Holdsworth, waarnemer (observer), sergeant, vrijwilliger: leeftijd onbekend.
De drie bemanningsleden werden alle drie begraven in Brugge op de stedelijke begraafplaats
(ook wel het Brugs Kerkhof te Steenbrugge). Zij werden de eerste R.A.F. (Royal Air Force)
doden, op Belgische bodem, na de bezetting van ons land door de Duitsers.
De Duitse aanvallers
De Duitse jachtpiloot Kiening behoorde tot het beruchte “Jagdgeschwader 54” of het
Grünherz Geschwader, meer bepaald Gruppe II. Zij hadden als symbool op de romp van hun
toestellen een groot groen hart geschilderd. Kiening zou de geschiedenis ingaan met 7
overwinningen. Het lot wil dat Squadron no.15 het vliegveld te Waalhaven bij Rotterdam
gebombardeerd had op 10 mei 1940. Voor de Duitse jachtpiloot was het wellicht een vorm
van zoete wraak om enkele maanden later een toestel van dit squadron neer te halen. Kiening
zou zelf ook sneuvelen tijdens de oorlog
Wyton
Het vliegveld “Royal Air Force Wyton” bestaat vandaag nog steeds.
Hieronder het embleem van het 15de Squadron met hun motto “Aim Sure” of “Tref zeker”.
Piloot Bamber stortte neer tijdens z’n 13de missie met het 15de squadron….
Dankwoord
Met dank aan:
Stefaan Calus
Jo Bown (UK)
Maggie Aggiss (UK)
Martyn R.Ford-Jones (UK)
Raymond De Vuyst
Maria Verkruysse
Jozef Brusselle
Valère Obreno
Ingrid De Smet
Zowel Raymond, mijn vader, als Maria, Jozef en Valère wens ik te bedanken voor het
brengen van hun verhaal. Maria wens ik speciaal te bedanken voor het gezamenlijke bezoek
aan de exacte locatie van het neerstorten van het toestel op zaterdag 31 maart 2012.
Met dank aan oude familieverhalen ten huize De Vuys
Bronnen en varia
“This was almost certainly the bomber claimed by Feldwebel Georg Kiening of 6./JG 54“
(bron: The Other Few, Larry Donnelly DFM).
“Groene harten” Jagdgeschwader 54, Gruppe II.
Basis: 04.07.1940 – 08.08.1940, Waalhaven (Rotterdam), Nederland.
Messerschmitt Bf109E. Georg Kiening: 7 overwinningen in WO2.
Foto Blenheim: http://www.hq.wwiionline.com/profiles/blenheim.shtml
Foto Messerschmitt: http://aviation-le-havre.over-blog.com/article-l-aeroport-d-octeville-2-
60364216.html
Foto Blenheim in kleur: http://users.skynet.be/lostplanes.net/The%20bristol%20blenheim.htm
The Wargraves photographic Project
Commonwealth War Graves Commission
Op vraag van de helpers in Engeland werd door P.De Vuyst een Engelstalige versie van deze
tekst gemaakt met als titel:
“Late for tea on a Sunday”
Neem deel aan onze 11-Novemberherdenking. Wees erbij !
Opgesteld door P.De Vuyst – brochure 33 – NSB Dudzele juni 2013 – versie 4